Dit artikel heeft betrekking op de IPT voor zelfstandige bestuurders.
Hieronder leest u over de fiscaliteit van de uitkering, over hoe de uitkering van de IPT gebeurt naar aanleiding van pensioen, leest u hier meer.
Belasting op uitkering van de IPT.
Het kapitaal van uw IPT wordt na aftrek van de solidariteits- en bijzondere sociale bijdragen (samen max. 5,55%), belast tegen een tarief dat afhankelijk is van uw leeftijd bij de uitkering.
Leeftijd | Belasting |
Vanaf 60 jaar |
20% geen pensionering, wel P-datum of overgangsmaatregel 16,5% pensionering 10% effectief actief tot bereiken voll.loopbaan (45j) |
Vanaf 61 jaar |
18% geen pensionering wel P-datum of overgangsmaatregel 16,5% pensionering 10% effectief actief tot bereiken voll.loopbaan (45j) |
Vanaf 62 jaar en ouder |
10% effectief actief tot bereiken voll.loopbaan (45j) 16,5% in alle andere gevallen |
Let op:
- in de praktijk geeft de bovenstaande belastingsvoet aanleiding tot een bedrijfsvoorheffing die iets hoger is. Zo past de pensioeninstelling een voorheffing van 10,09% toe voor de 10% belasting. De 16,5% wordt dan eveneens een bedrijfsvoorheffing van 16,66%. Enzoverder. Dit komt omdat er rekening wordt gehouden met de eventuele gemeentetaksen.
- in Tak21 contracten waar de uitkering wordt opgesplitst in een kapitaal en een winstdeelname, is de winstdeelname niet onderhevig aan de belasting, dan wordt enkel 5,55% (waarvan hoger sprake) afgehouden.
Voorwaarden voor de 10% eindtaxatie.
Zoals in de tabel hierboven aangegeven kan u recht hebben op 10% eindtaxatie als u aan een aantal voorwaarden voldoet:
1. U moet de wettelijke pensioenleeftijd bereikt hebben
Het tarief van 10% is gekoppeld aan de wettelijke pensioenleeftijd. Concreet moet u momenteel tot uw 65ste werken om de voordelige taxatie van 10% te kunnen genieten. Door de verdaging van de pensioenleeftijd kan dit pas vanaf uw 66ste indien u geboren bent na 31.12.1959, maar vóór 01.01.1964 en vanaf uw 67ste indien u na 31.12.1963 geboren bent.
Uw geboortejaar | 10% uitkering mogelijk vanaf |
Geboren vóór 01.01.1960 | 65 jaar |
Geboren na 31.12.1959, maar vóór 01.01.1964 | 66 jaar |
Geboren na 31.12.1963 | 67 jaar |
2. Of u moet een volledige pensioenloopbaan hebben.
U kunt u ook het tarief van 10% genieten vóór de wettelijke pensioenleeftijd, indien u een volledige pensioenloopbaan van 45 jaar heeft. Indien u twijfelt of u voldoet aan deze loopbaanvoorwaarde zelfs na het raadplegen van uw MyPension dossier, kan u bij de FPD een attest van loopbaanoverzicht opvragen om na te gaan of u een volledige loopbaan heeft gepresteerd voor de toepassing van het gunsttarief van 10%.
Zie onder voor een verdere definitie van "volledige loopbaan".
3. En u moet actief gebleven zijn tot dat moment
Het is belangrijk dat u ook actief bleef tot het moment dat u voldoet aan de voorwaarden onder 1 of 2. Het is daarbij voldoende dat u drie jaar vóórdien bij een sociale kas aangesloten bent en tijdens die periode ook uw sociale bijdragen voor een hoofdberoep betaald heeft. U hoeft geen bewijs van enige activiteit te leveren (mond. parl. vr. nr. 19530, Van Rompuy, 28.06.2017) .
Zie onder voor een verdere definitie van "effectief actief"
Voor een voorbeeldberekening zie hier op deze website.
Wat als uw polis afloopt voor u uw pensioen opneemt?
Uw IPT opvragen is sinds 01.01.2016 (wet 18.12.2015, BS 24.12.2015) enkel mogelijk vanaf het moment waarop u effectief met pensioen gaat. Een opname vóór uw 65ste is dus enkel nog mogelijk als u ook effectief vervroegd met pensioen gaat. Als uw IPT bv. een afloopdatum 60 jaar heeft, en u neemt neemt uw pensioen (evident) niet op op 60 jaar, dan zal deze polis verplicht verlengd worden tot uw wettelijke pensioenleeftijd, zijnde 65, 66 jaar of 67 jaar (cf. infra). Deze polis zal dan wel uitgekeerd worden zoals hierna uitgelegd.
Wat als u uw pensioen opneemt, voordat uw polis afloopt?
Het werkt in beide richten. Als u uw pensioen opneemt op een datum voor de einddatum van uw polis, dan moet uw polis wel degelijk uitgekeerd worden. Dit is zo, ook al loopt deze polis nog enkele jaren verder (en misschien zelfs aan interessante verzekeringsvoorwaarden).
Uitzondering op deze regel. Voor personen die geboren zijn vóór 1962, is er een tijdelijke overgangsregeling voorzien. Zij kunnen hun aanvullend pensioen nog opnemen vóór ze effectief met pensioen gaan. De precieze leeftijd waarop dat kan, kunt u in de onderstaande tabel aflezen. Zo kunt u, indien u geboren bent in 1961, toch nog een vervroegde uitkering vragen op 63 jaar, zelfs indien u géén recht heeft op vervroegd wettelijk pensioen op dat moment.
Uitbetaling mogelijk | |
Geboren in 1959 of eerder | Vanaf 61 jaar |
Geboren in 1960 | Vanaf 62 jaar |
Geboren in 1961 | Vanaf 63 jaar |
Let wel:
- ook uw pensioenovereenkomst moet in dit geval voorzien in een opname voordat u op pensioen gaat, of voor de voorziene afloopdatum.
- de gunstige vervroegingsmaatregelen zijn absoluut nietig voor de aangeslotenen geboren vanaf 1 januari 1962
Wat als u blijft werken na uw wettelijke pensioenleeftijd, zonder dat u uw pensioen opneemt?
Zolang u polis loopt, mag u de opname wel uitstellen als u blijft werken na de wettelijke pensioenleeftijd zonder dat u uw pensioen opneemt.
Hoe wordt je aanvullend pensioen belast als je een voorschot opnam ter financiering van vastgoed?
De taxatie zoals hierboven uitgelegd gebeurt op de volledige kapitalen, maar de verzekeraar zal bij de uitbetaling het bedrag van het al eerder opgenomen voorschot in mindering brengen van de te vereffenen kapitalen. Echter zal het deel kapitaal waarop het voorschot werd opgenomen en nog niet werd terugbetaald op de vervaldag van het contract op een speciale manier belast worden. Het bedrag van het voorschot wordt omgezet in een fictieve rente, weliswaar begrensd tot € 83.400 (bedrag 2021). Deze fictieve rente wordt eventueel verminderd met 20% bij een opname vanaf 65 jaar, of bij voldoende loopbaanjaren én als je actief bent gebleven tot dat moment (zie omstandige uitleg hierboven voor de cumulatieve voorwaarden). Het deel van het voorschot dat het bovenstaande bedrag overschrijdt of dat geen betrekking heeft op de enige en eigen woning, wordt op dezelfde manier belast als een uitgekeerd pensioenkapitaal. Hetzelfde fiscaal regime geldt voor de andere vormen van vastgoedfinanciering via het aanvullend pensioen (wedersamenstelling van een lening en inpandgeving).
Wat dienen we te verstaan onder de notie ‘volledige loopbaan volgens de geldende pensioenwetgeving’?
Onder een ‘volledige loopbaan volgens de geldende pensioenwetgeving’ moet momenteel worden verstaan: een loopbaan van minstens 45 jaar waarvan elk jaar de voorwaarde vervult om in aanmerking genomen te worden voor het vervroegd pensioen. Wat betekent dit concreet?
- De som van de jaren die in aanmerking komen voor het vervroegd pensioen moet 45 jaar zijn. voor zelfstandigen gaat het om jaren waarin de betrokkene minstens twee kwartalen heeft gewerkt. Elk kwartaal telt 78 dagen (312 dagen / 4).
- voor werknemers en ambtenaren gaat het om jaren met een tewerkstelling van ten minste één derde van een voltijdse arbeidsregeling: 104 dagen (312 dagen / 3).
Wanneer een betrokkene in de loop van een kalenderjaar bijvoorbeeld een half jaar werknemer was en een half jaar zelfstandige, dan voldoet hij in beide stelsels aan de criteria om dat jaar te laten meetellen voor de loopbaanvoorwaarde van 45 jaar. Het is echter niet de bedoeling één jaar twee keer te laten meetellen. Een kalenderjaar mag maar één keer in aanmerking worden genomen voor de loopbaanvoorwaarde van 45 jaar! Geregulariseerde studiejaren tellen mee voor de berekening van het wettelijk pensioen, maar ze tellen niet mee voor de beoordeling van een volledige loopbaan van 45 jaar in het kader van de toepassing van de 10% eindtaxatie bij IPT of de toepassing van de fictieve rente op 80% van het kapitaal in het kader van de eindtaxatie bij VAPZ.
Wat dienen we te verstaan onder de notie ‘effectief actief’?
Voor de toepassing van de gunstige eindtaxatie (10% bij IPT, fictieve rente op 80% van het kapitaal bij VAPZ) volstaat het niet dat betrokkene een ‘volledige loopbaan’ van 45 jaar heeft, hij moet ook ‘effectief actief’ gebleven zijn tot het bereiken van de volledige loopbaan.
Voor een zelfstandige wordt aangenomen dat hij/zij effectief actief was, indien hij/zij in de 3 jaren voorafgaand aan het bereiken van de volledige loopbaan, onafgebroken aangesloten was bij een sociaal verzekeringsfonds en tijdens die periode steeds alle verschuldigde sociale bijdragen als zelfstandige in hoofdberoep heeft betaald. Bepaalde periodes van inactiviteit kunnen worden gelijkgesteld met periodes van effectieve activiteit tijdens de welke de zelfstandige door arbeidsongeschiktheid zijn activiteit volledig heeft stopgezet en de arbeidsongeschiktheid werd erkend door de adviserend geneesheer van het ziekenfonds waarbij de zelfstandige is aangesloten. De notie ‘effectief actief’ wordt dus op exact dezelfde manier ingevuld als voor de toepassing van het gunsttarief bij het effectief actief blijven tot aan de wettelijke pensioenleeftijd.
In haar verduidelijkende circulaire 2023/C/83 voegt de belastingadministratie hieraan toe dat vrijstelling of uitstel van betaling van sociale bijdragen de toepassing van het fiscaal gunsttarief van 10 % niet verhindert. De begunstigde moet wel actief gebleven zijn.
Voor de regels omtrent "effectief actief" in het geval van een werknemer, lees hier verder.
Een nieuwe bijkomende rol van Sigedis.
In de praktijk moesten begunstigden wel wat attesten afleveren om aan de uitkerende pensioeninstelling te bewijzen dat ze effectief actief waren gebleven. Omdat Sigedis de data van de sociale zekerheid kan raadplegen, zal in de loop van 2024 Sigedis aan de pensioeninstellingen automatisch meedelen of een werknemer effectief actief is gebleven. Op die manier zullen pensioeninstellingen meteen de juiste bedrijfsvoorheffing kunnen afhouden bij het opstellen van vereffeningskwitanties voor bv. uitkering van een groepsverzekering bij pensionering.
Laatste update: 13/04/2024.